Geplaats op: 27 augustus 2014

Begin augustus is Rijkswaterstaat, door toeval, in het Zwartewater bij Hasselt, op een scheepswrak gestuit. Het 30 meter lange schip, dat gedateerd wordt op het begin van de 16e eeuw, is volgens burgemeester Bilder een bijzondere vondst. “Het schip is van uitzonderlijk formaat en in een redelijk goede conditie.” Hoe bijzonder de vondst is, dat wordt pas duidelijk na waardebepalend onderzoek.

Begin augustus was Rijkswaterstaat, op verzoek van een verzekeringsmaatschappij, een zoektocht gestart op het Zwartewater naar een gezonken plezierjacht. In plaats van het plezierjacht, vond men op de bodem van het Zwartewater een verhoging en houtwerk. Door duikers zijn houtmonsters genomen en dendrologisch onderzoek, jaarringonderzoek, van het houtmonster heeft uitgewezen dat het hout dateert uit begin 1500.

Het houtmonster is inmiddels weer terug op de bodem geplaatst om het geheel intact te houden. Door Rijkswaterstaat zijn ‘gewone’ peilingen boven water verricht en omgezet naar 3D afbeeldingen. Daarnaast zijn er ook sonarbeelden gemaakt. Hieruit blijkt dat het schip op zijn kant ligt. “De contouren zijn hoopvol”, aldus Rijkswaterstaat.

Over de exacte locatie van het schip wil de gemeente, in verband met eventuele vernieling, niet uitwijden. “Het historische wrak ligt in de vaargeul van het Zwartewater op een diepte van vijf meter. Het object vormt geen obstakel voor het scheepvaartverkeer.”

Waardebepalend onderzoek
De vondst kan worden vergeleken met een schip uit 1530, aangetroffen in het IJsselmeer in de jaren tachtig van de vorige eeuw en de Kamper Kogge uit 1440 die vorig jaar werd gevonden. De burgemeester is zich bewust van de duizelingwekkende bedragen rondom deze vondst: “Bij de Kamper Kogge vliegen de miljoenen je om de oren. Hoe het geheel werkelijk gewaardeerd moet worden, de historische waarde, wijst een waardebepalend onderzoek uit.” Hij voegt toe dat er, vooral in deze tijd, zorgvuldig met middelen wordt omgegaan, maar ook met cultuur historische waarde: “We laten monumenten niet zomaar ten onder gaan.”

Volgens de Zwolse archeoloog Michael Klomp was het waarschijnlijk een groot, zeevarend schip. “Een type van ná de Kogge, zonder naam. Wel kunnen we al zeggen dat bouwwijze ‘overnaads’ is, dat de huidgangen, planken, elkaar overlappen. Door middel van het waardebepalend onderzoek komen we meer te weten over de verdere constructie van het schip en over bijvoorbeeld waar het eikenhout vandaan komt.” Volgens de archeoloog is het wel opmerkelijk dat zo’n groot zeevarend schip in het Zwartewater ligt.

Hoe is het hier terecht gekomen? Bezit het schip nog lading? Wordt het gelicht en geconserveerd? Volgens de onderzoekers moet er eerst een programma van eisen komen en een plan van aanpak. De gemeente Zwartewaterland, welke op cultuurhistorisch vlak bevoegd gezag heeft over het wrak dat op staatsgrond ligt, gaat samen met de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed, het waardebepalend onderzoek uitvoeren. Daarna wordt er plan de campagne gemaakt en gekeken hoe de archeologische vondst veiliggesteld kan worden. Rijkswaterstaat, die grotendeels voor de onderzoekskosten tekent, verwacht dat binnen een half jaar hierover meer bekend is.